Regelmatige kalibratie en verificatie: In overeenstemming met nationale/internationale normen of de eisen van de fabrikant, voeren gekwalificeerde instellingen regelmatige kalibratie of verificatie uit om te bevestigen dat de nauwkeurigheid van de apparatuur aan de eisen voldoet en bewaren traceerbare gegevens.
Interim verificatie: Tussen twee formele kalibraties wordt verificatie uitgevoerd met behulp van referentiematerialen, referentiestandaarden of stabiliteitssamples om de stabiliteit van de apparatuurstatus te bewaken.
Gestandaardiseerde bediening en onderhoud: Ontwikkel en handhaaf strikt standaard werkprocedures en verzorg training en certificering voor operators. Implementeer een preventief onderhoudsplan om de apparatuur in goede staat te houden.
Omgevingscontrole: Zorg ervoor dat de apparatuur functioneert in de vereiste omgeving (temperatuur en vochtigheid, reinheid, trillingen, etc.).
Registratiebeheer: Gedetailleerde registraties van kalibratie, verificatie, onderhoud, gebruiksomstandigheden en eventuele afwijkingen worden bewaard om traceerbaarheid te garanderen.