Bundeltestmachine voor draad- en kabelverbranding Dit apparaat is een testapparaat dat wordt gebruikt om direct geïnstalleerde gebundelde draden en kabels te evalueren.

I. Productoverzicht:
Deze apparatuur is een testinrichting die wordt gebruikt om het vermogen van rechtstreeks geïnstalleerde bundelde draden, kabels of optische kabels om de verticale verspreiding van vlammen onder bepaalde omstandigheden te onderdrukken, te evalueren.De behuizing van de apparatuur is gemaakt van volledig SUS304 roestvrij staal
De volledige machine bestaat uit: testkamer, luchtbron, stalen ladder, uitlaatgaszuiveringssysteem, ontstekingsbron en andere onderdelen.
II. Naleving van normen
In overeenstemming met de normen GB/T18380.31-2008/1 en EC60332-3-10-2000 "Verbrandingstests van kabels en optische kabels onder vlamomstandigheden - Deel 31:Het "Vertical Flame Vertical Extension Test Report for Vertically Installed Bundled Wires and Cables - Test Apparatus" voldoet aan GB/T18380..32-2008/1 en EC60332-3-21:2000 "Brandproef van kabels en optische kabels onder vlamomstandigheden - Deel 32 Verticale vlamverspreidingstest voor verticaal geïnstalleerde kiemkabels van klasse AF/R, GB/T18380.33-2008/1, EC60332-3-22:2000 "Verbrandingstest van kabels en optische kabels onder vlamomstandigheden - Deel 33: Verticale vlamverspreidingstest voor gebundelde draden en kabels - klasse A ", GB/T18380.34-2008/1, EC60332-3-23:2000 "Brandproef van kabels en optische kabels onder vlamomstandigheden - Deel 34: Verticale vlamverspreidingstest voor verticaal geïnstalleerde gebundelde draden en kabels - klasse B GB/T18380.35-2008/1 EG 60332-3-242000 "Brandproef van kabels en optische kabels onder vlam - Deel 35:
De "Verticale vlamverspreidingstest voor verticaal geïnstalleerde bundelde draden en kabels klasse C" is onderverdeeld in: "Verticale vlamverspreidingstest voor verticaal geïnstalleerde bundelde draden en kabels klasse D".Iii.. Samenstelling van het apparaat
GB/T18380.36-2008/1 EC60332-3-25:2000 "Verbrandingstest van elektrische vezels en optische kabels onder vlamomstandigheden - Deel 31
1Testkamer: De experimentele installatie is een zelfstandige doos met een breedte van (1000±100) mm, een diepte van (2000±100) mm en een hoogte van (4000±100) mm.De achterwand en beide zijden van de testkamer worden geïsoleerd met een warmtegeleidingscoëfficiënt van ongeveer 0.7W.m-2 · K-1 (bestaat uit een 1,5 mm dikke SUS304 roestvrijstalen plaat, met 65 mm dikke thermische isolatie minerale vezels in het midden), en de buitenwand en deur zijn gemaakt van 1.Plaat van roestvrij staal SUS304 van 5 mm dik.
2Luchtbron
2.1 De luchtinlaat is uitgerust met een blazer met een instelbare luchtstroom, die lucht met een stroom van (5000±500) l/min in de verbrandingskamer stuurt.Een digitale anemometer is geïnstalleerd bij de luchtuitgang.
2.2 Na voltooiing van de test: indien het monster nog een uur nadat de brandvoorziening is gestopt, brandt, is er een alarm en een apparaat om de brand met geweld te stoppen door het monster aan regen bloot te stellen.
3. Staalladdertype: Standaard staaldraad met een breedte van (500±5) mm en een breedte van (800±10) mm. Het materiaal van de brede staaldraad is rond roestvrij staal SUS304
4Afvoer- en zuiveringsapparaat
Het bovenste deel van de testkamer is uitgerust met een uitlaatventilator, die het afvalgas in de kamer met een snelheid van 6 M/S opneemt en naar de rookopvangtoren stuurt.Het uitlaatgat is uitgerust met een digitale anemometer.
4.2 Rookverzamelaar en stofwasapparaat (zie DX-349A gassproei-absorptietoren): het interieur is gemaakt van zuur- en alkalister kunststof, met een diameter van 800 mm en een hoogte van 4000 mm.
5Ontstekingsbron
5.1 Type: De ontstekingsbron moet bestaan uit één of twee propangasblaaslampen met een riem en bijbehorende stroommeters en venturi-mixers.Het oppervlak van het vuur moet een platte metalen plaat zijn met 242 gaten met een diameter van 1 mm.De afstand tussen deze gaten is 3,2 mm en ze staan afwisselend in drie rijen, met respectievelijk 81, 80 en 81 gaten in elke rij.verdeeld binnen het nominale groottebereik van 257×4.5 mm. Bovendien worden aan elke zijde van de brandplaat een rij kleine gaten geopend. Deze leidende gaten kunnen de stabiele verbranding van de vlam handhaven en voldoen aan de eisen van GB/T18380.31-2008 voor blaaslampen.
5.2 Elke blaaslampen zijn uitgerust met een rotameter of een massa-stroommeter die in staat is de doorstroming van propaan en lucht nauwkeurig te regelen. Propaanstroommeter: 3-30 L/min, 2,5 graden; luchtstroommeter:10-100 L/min, 2,5 graden
5.3 Locatie van de ontstekingsbron
De blaasbrand moet horizontaal worden geplaatst, (75±5) mm van het vooropste oppervlak van het kabelmonster en (600±5) mm van de bodem van de testkamer,en de as van de stalen ladder moet symmetrisch zijnHet ontstekingspunt van de blaasbrand moet reageren.
Het bevindt zich in het midden tussen de twee dwarsbalken van de stalen ladder en op minstens 500 mm afstand van het onderste uiteinde van het monster.
IV. Technische parameters
Interne afmetingen van de verbrandingskamer (breedte × diepte × hoogte): 1000 mm × 2000 mm × 4000 mm
2Afmetingen van de staalladder (breedte × hoogte): standaardtype 500 mm × 3500 mm, breedtype 800 × 3500 mm
3. Gordelblazer: voldoet aan GB/T18380.31-2008
Venturi-mixer: voldoet aan GB/T18380.31-2008
5Regeling van de luchtstroom in de verbrandingskamer: 4500 tot 5500 lmin.
6- Propaanstroomregulatie: 3-30 L/min
7. Regulatie van de compressieluchtstroom; 10~100L/min
8Anemometer: 0,05 tot 5 m/s
9Digitale display thermometer: 0 tot 400°C
10Positie van de bandblaas: 600 ± 5 mm in hoogte en de horizontale afstand kan willekeurig worden aangepast